CBS-cijfers jeugdzorg: aantal jongeren in jeugdreclassering neemt toe
Eind oktober kwam het Centraal Bureau voor de Statistiek met nieuwe cijfers over de jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering in Nederland. Deze cijfers laten wederom een daling zien in het aantal jongeren tot 18 jaar dat een beroep doet op de jeugdbescherming. Wel zitten er sinds 2022 steeds meer jongeren tussen de 12 en 23 jaar in de jeugdreclassering. Hieronder hebben wij een overzicht voor u gemaakt van de precieze cijfers.
Als de veiligheid en de ontwikkeling van een kind worden aangetast, komt hij of zij terecht in de jeugdbescherming. In de eerste helft van 2024 gebeurde dit bij 31.000 jongeren: 9.000 van hen zijn door de rechter onder voogdij geplaatst en van 22.000 jongeren kwamen de ouders onder toezicht van een jeugdbeschermer.
Sinds 2015, toen de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg volledig bij de gemeenten kwam te liggen, zijn deze cijfers nog nooit zo laag geweest.
Alhoewel het aantal jongeren in de jeugdbescherming juist is afgenomen, neemt het aantal jongeren in de jeugdreclassering toe. In 2022 deden 6.200 jongeren een beroep op de jeugdreclassering. In de eerste helft van 2024 waren dat er 6.700, een opvallende stijging dus. De eerdere afname komt doordat vanaf 2016 de instroom bij de jeugdreclassering daalde ten opzichte van de uitstroom. Het kantelpunt lag in 2023, toen de instroom juist weer groter was. Deze toename zette zich voort in de eerste helft van 2024.
Het CBS keek naast de cijfers van de jeugdbescherming en jeugdreclassering ook naar die van de jeugdhulp, wat natuurlijk ook onder de jeugdzorg valt. Zij zagen dat in het begin van dit jaar 371.000 jongeren jeugdhulp kregen zonder verblijf, terwijl dit vorig jaar nog 384.000 jongeren waren. Het aantal jongeren met verblijf is overigens ook gedaald van 38.000 naar 36.000. Wel is het nog niet zeker of deze daling zal gelden voor heel 2024.
Tot slot is het opvallend dat de regionale verschillen in Nederland op het gebied van jeugdzorg groot zijn. In sommige gemeenten ontvangen 5% van jongeren jeugdzorg, terwijl in andere gemeenten dat percentage kan oplopen tot 14%. Sociaaleconomische factoren en hoe een gemeente besluit haar jeugdzorg in te richten verklaren mogelijk deze opvallende verschillen.